-
1 Ruf
〈m.; Ruf(e)s, Rufe〉4 beroeping, het aanbieden van een ambt ⇒ uitnodiging♦voorbeelden:jemanden in einen üblen Ruf bringen • iemand een slechte naam bezorgeneine Firma von Ruf • een gerenommeerde firmader Ruf nach Frieden • het appel voor vredeein Ruf an die Oper in Wien • een uitnodiging voor een engagement bij de opera in Wenen -
2 einen guten Ruf genießen
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > einen guten Ruf genießen
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский